Yves De Bock, een 54-jarige ingenieur uit Ukkel, verdween op 25 maart 2014 toen hij naar een afspraak voor zijn werk vertrok. Het duurde tot 8 april voor zijn verdwijning kon worden opgelost. Spelende kinderen vonden toen het lichaam van de vijftiger in de bosjes vlakbij de Brusselse Ring ter hoogte van Lot bij Beersel. Politiespeurders richtten hun vizier op de broer van de man. Verschillende elementen uit het dossier wezen al snel in zijn richting. Zo werd er bloed van het slachtoffer gevonden in diens eigen auto en werd ook het DNA van de beklaagde aangetroffen op de veiligheidsgordel van de bestuurderszetel van dat voertuig, waarmee het lichaam van het slachtoffer werd vervoerd. Daarenboven viel ook het gsm-signaal van Yves De Bock weg op het moment dat hij zich in de woning van zijn broer bevond. Het gsm-signaal van de beklaagde werd dan weer tweemaal gedurende 20 tot 30 minuten lang geregistreerd op de gsm-mast nabij de plaats waar het lichaam van het slachtoffer was gevonden.
De advocaten van de burgerlijke partijen lieten in hun pleidooi verstaan dat het motief van de feiten gezocht moet worden in de financiële problemen van de beklaagde. Zijn zaak, een sportwinkel in Ukkel, zat namelijk in nauwe schoentjes en kon enkel het hoofd boven water houden dankzij giften van zijn moeder, afkomstig van de erfenis van haar overleden echtgenoot. Yves De Bock zou zijn broer daar hebben aangesproken, omdat hij het beu zou zijn geweest dat het geld in een bodemloze put verzeilde. Bij die confrontatie zou zijn broer door het lint zijn gegaan en Yves De Bock om het leven hebben gebracht.
Het openbaar ministerie heeft dezelfde zienswijze. De openbaar aanklager wees er bovendien op dat de beklaagde een leugenaar en een manipulator is met een gewelddadig kantje. “Gezien zijn houding nog steeds niet is veranderd, vordert mijn ambt opnieuw 20 jaar cel”, aldus de substituut-procureur-generaal. De beklaagde zelf ontkent nog steeds dat hij de ‘broedermoord’ heeft gepleegd. Zijn advocaten krijgen donderdagochtend het woord.