De regionale televisie-omroepen hebben het financieel moeilijk en zullen het roer moeten omgooien om zich aan te passen aan het veranderende medialandschap. Dat is de conclusie van een studie die minister van media Sven Gatz liet uitvoeren. Maar je mag alle regionale omroepen niet over één kam scheren, zegt Dirk De Weert, hoofdredacteur van RINGtv.
Uit de studie blijkt dat alle Vlaamse regionale omroepen samen in de voorbije 5 jaar bijna een kwart van hun inkomsten zagen verdwijnen, maar dat algemene beeld gaat niet op voor elke zender afzonderlijk. “Wat RINGtv betreft, is de situatie helemaal anders. De lokale reclame-inkomsten die Roularta voor ons werft blijven stijgen met 10 procent per jaar en doordat er in de 21 jaar van ons bestaan altijd een voorzichtig financieel beleid is gevoerd, is RINGtv een kerngezond bedrijf zonder schulden of leningen en met een solvabiliteitsratio om u tegen zeggen”, aldus Dirk De Weert, hoofdredacteur van RINGtv.
Volgens de studie heeft de regionale televisie in Vlaanderen het moeilijk om zijn publiek, zo'n 900 000 kijkers per dag, te behouden, maar ook dat verschilt van zender tot zender. “Sinds kort zitten we met de regionale omroepen in de CIM-meting en uit die cijfers blijkt dat RINGtv per dag gemiddeld tussen de 90 000 en de 100 000 kijkers bereikt , zowat 15 000 meer dan in 2004, en na een week hebben 250 000 mensen gekeken, dus daar kunnen we dus zeker niet over klagen, vooral als je rekening houdt met de enorme toename van het aantal anderstaligen in onze regio”, meent Dirk De Weert.
Een van de aanbevelingen van het rapport is dat de regionale omroepen zich zullen moeten aanpassen aan de veranderende manier waarop de mensen de media gebruiken. “Dat klopt. De tijd dat we het ons konden permitteren om ons enkel als televisiezender aan het publiek te presenteren is definitief voorbij , we moeten een zogenaamd crossmediaal nieuwsmerk worden dat gebruik maakt van alle mogelijke digitale kanalen om de mensen te bereiken. We zijn daar bij RINGtv een paar jaar geleden mee gestart en het succes van onze website en Facebookpagina is groot, vooral bij een jonger publiek en dus gaan we die online activiteiten verder uitbouwen, uiteraard zonder onze trouwe tv-kijkers te verwaarlozen”, besluit De Weert.
