Het Museum voor de Oude Technieken is een technisch museum dat handwerktuigen en machines verzamelt die natuurlijk worden aangedreven met water, wind en spieren. Die specifieke afbakening onderscheidt het MOT van andere techniekmusea, die meestal op de industriële archeologie gericht zijn. “Jaarlijks komen er meer dan 15.000 bezoekers en we hebben meer dan 150.000 unieke bezoekers op onze website”, zegt conservator Steven De Waele. “Het museum heeft oude én nieuwe handwerktuigen en hecht ook veel belang aan wetenschappelijk onderzoek en kennisoverdracht.”
Door de erkenning kan het MOT de komende jaren op meer subsidies rekenen. “Enkele grote projecten -waaronder de restauratie van de Liermolen en het Prinsenkasteel - zullen tegelijk van start gaan”, vertelt schepen van Cultuur Philip Roosen. “De werking zal nog meer geprofessionaliseerd worden, met een sterke focus op digitalisering. We zullen enorme, langverwachte en noodzakelijke stappen vooruit zetten, zowel wat de interne museumwerking betreft, als op vlak van de bezoekerscapaciteit en -beleving.”